Ten Cate

RKD STUDIES

1.9 Andere technieken en de weg naar succes


Vanaf 1885 legde Ten Cate zich toe op het werken met pastel, aquarel en gouache en verschoof zijn focus naar genres als landschappen en stadsgezichten. Het jaar erop trok hij hiermee de aandacht op de Parijse Salon en werd zijn Vue de Londres door de Franse journalist en kunstcriticus Marcel Fouquier (1866-1961) opgemerkt als één van de beste pastels op de tentoonstelling [1].1 Kort daarna toonde de kunsthandel Boussod, Valadon & Cie in het filiaal aan de Boulevard Montmartre, vanaf 1881 geleid door Theo van Gogh (1857-1891), een groot overzicht van Ten Cates pasteltekeningen. In het Algemeen Handelsblad stond te lezen dat Ten Cate voor pastel een 'bijzonderen aanleg' had: 'De grijze toon, waarin hij gaarne werkt, ”doet” voortreffelijk op deze pastels: stads- en landgezichten uit allerlei landen, de beste – de jongste – uit Finistère. Een groote, pas afgewerkte teekening gaf een stuk van het Champ de Mars te zien, met ontzaglijk veel kleur en leven in de lucht, op den morsigen grond, op de huizen en figuren. Intiemer, in één toon, maar vol diepe kleur was een stukje ”huis en water” uit Londens donkere buurten. Maar ook zonniger tafereelen waren te zien: landschappen vol licht en vol lucht. De tentoonstelling dezer pastels trekt hier nog al de aandacht…'2
Ook op de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1889 kregen voornamelijk Ten Cates werken op papier het meeste waardering.3 Na de Wereldtentoonstellingen van 1855, 1867 en 1878 was deze vierde editie voornamelijk bedoeld om het 100-jarige jubileum van de Franse Revolutie te vieren. Het was om deze reden dat de Nederlandse regering weigerde met een officiële afvaardiging mee te doen, al werd individuele deelname wel toegestaan. Zodoende namen vertegenwoordigers van de kunstenaarsverenigingen Pulchri Studio (Den Haag) en Arti et Amicitiae (Amsterdam) de organisatie van de tentoonstelling in het Palais des Beaux-Arts aan de Champ-de-Mars op zich. Ondanks enige organisatorische moeilijkheden wisten zij de Nederlandse deelname tot een succes te maken [2]. Dit was met name te danken aan de inspanningen van de nog jonge Charles Hubert Joseph Destrée (1858-1930), die dat jaar de nieuw ingestelde functie van administrateur vervulde. In die hoedanigheid moest hij het publiek op de Nederlandse kunstafdeling van de tentoonstelling ontvangen, informatie verschaffen over de geëxposeerde werken en zich bezighouden met de verkoop ervan.4 Voor zijn verbindende rol ontving hij veel lof. Na afloop van de Wereldtentoonstelling concludeerde men in een verslag dat: '…als niet vele van de tentoongestelde werken reeds welwillend door gelukkige bezitters daarvan waren afgestaan, […] het cijfer der aangekochte schilderijen, teekeningen en etsen zeker veel hooger geklommen [zou] zijn. Dank zij de goede zorgen van den heer Destrée, als administrateur door het Comité aangesteld en speciaal met den verkoop belast, was dit cijfer echter toch nog hooger dan in eenige andere buitenlandsche sectie.'5
Vermelde welwillendheid van particuliere bruikleengevers gold ook voor de tentoongestelde werken van Ten Cate. Het overgrote deel daarvan kwam uit collecties van particulieren of kunsthandelaren. De gulste lener was de kunsthandelaar Georges Thomas (1842-1915), ook wel ‘Père Thomas’ genoemd, omdat hij jonge kunstenaars steunde door hun werk tentoon te stellen in zijn galerie aan de boulevard Malherbes, vlakbij het atelier van Ten Cate.6 Ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling leende hij verschillende pastels en gouaches uit die onder andere de stad Lyon verbeelden en één schilderij waarop Windsor Castle staat afgebeeld.7 Ten Cate was de enige Nederlander die in de categorie ‘Peintures diverses et dessins’ een gouden medaille toegekend kreeg [3]. Met veel waardering werd hierover geschreven door de Nederlandse pers, onder meer in het Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenhage: 'Mijn nieuwsgierigheid hoe Sybe ten Cate (let wel met een fransche C) aan de eerste medaille komt en Bosboom aan den tweede, is nu volkomen opgeklaard. Ten Cate is, zoo mogelijk, nog meer Parijzenaar dan Kaemmerer. Hij is in zijn kunst op ende op een boulevardier. […] Welnu, men kan iederen dag voor de bekende Parijsche hoekjes, die Ten Cate met veel chique ,,gouacheert’’ (zoo noemen ze het) allerlei parijsche typen in bewondering zien stilstaan, van ”monsieur Proust” af tot den levendigen ouvrier. En weersta nu eens zulk een populariteit. Het is alleraardigst gedaan, maar Bosboom, maar Mauve, maar zoo vele ondere hollandsche meesters van de sapverf, welk een afstand!'8

1
Siebe Johannes ten Cate
Vue de Londres, 1885 gedateerd
Private collection


#

2
De Nederlandse afdeling op de Wereldtentoonstelling in 1889, afbeelding uit Mr. W. de Vries e.a., Nederland op de Wereldtentoonstelling te Parijs in 1889, Haarlem 1890, tussen p. 16-17


#

3
Brief met de mededeling dat de internationale jury Siebe ten Cate een gouden medaille heeft toegekend op de Parijse Wereldtentoonstelling van 1889


Notes

1 Hij schrijft hierover : “Il y a pourtant, même au Salon, des pastels qu’il faut voir et admirer… […] Parmi les plus beaux pastels du Salon je citerai […] une Vue de Londres de M. Ten Cate, fine, triste et vraie, qui donnerait le « spleen » en cinq minutes.”, in Fouquier 1886.

2 Anoniem 1886c.

3 Commissie der Vereeniging ter behartiging van de Nederlandsche Belangen bij de Tentoonstelling te Parijs in 1889, Nederland op de Wereldtentoonstelling te Parijs in 1889, Haarlem 1890.

4 Anoniem 1889a.

5 Commissie der Vereeniging 1890.

6 Maison de vente Rouillac, Olga Boznanska, https://www.rouillac.com/fr/ventes/ventes_garden_party/cheverny_2014/460-olga_boznanska/ (geraadpleegd op 5 januari 2024).

7 Parijs 1889, pp. 250, 256.

8 H. 1889.