1.5 Loosdrecht
Ten Cate en Van Rappard, beide schilders afkomstig uit de gegoede stand, werden in Loosdrecht door de dorpelingen niet met open armen ontvangen: '’t Is merkwaardig hoe de menschen, de boeren, de werklui, de straatjongens op schilders neerzien […] Aan alles kan men merken dat men niet ’t flauwste begrip van kunst heeft'.1 Men vond het werk van een kunstschilder niet echt nuttig en dat kregen zij dan ook regelmatig te horen. Over Ten Cate werd bijvoorbeeld gezegd dat hij 'maar altijd in ’t bootje [bleef] zitten' terwijl hij aan een grote studie werkte, 'nou ik wou dat ik dat kon, geen zwaar werk hoor'.2 Ondanks het gebrek aan aansluiting met de plaatselijke bevolking hadden ze het er naar hun zin en vlogen de weken voorbij, zo schreef Van Rappard [1-2].3
Na Loosdrecht bezocht Ten Cate die zomer ook nog Terschelling en Schiermonnikoog, waar hij vooral de duinen en weidse zeegezichten schilderde.4 Mogelijk ontwikkelde hij door deze studietochten meer afstand tot het academische onderwijs. Zijn groeiende twijfels over dergelijke academische lessen uitte hij aan Van Rappard, zo blijkt uit een brief die deze in november 1881 ontving van Vincent van Gogh: 'Dan echter wanneer gij eens en voor altijd (want als gij eens U er inwerpt zult ge er niet van terug keeren) U hals over kop zonder slag om den arm in de werkelijkheid stort, dan zult gij zelf net precies spreken als ten Cate en net precies als ik tot anderen die zich nog aan de akademie vastklemmen. Want naar aanleiding van een & ander dat ge mij verteld hebt van den Hr ten Cate geloof ik dat zijne redenatie tot U gereduceerd kan worden tot deze woorden: Rappard, houd geen slag om den arm maar werp U hals over kop in de werkelijkheid'.5 Ook Van Rappard probeerde zich ‘in de werkelijkheid te werpen’, maar die pogingen hadden, zo schreef hij aan De Meester, vooral ‘slechte impressies’ opgeleverd.6 Dit ‘artistiek knoeien’, zoals Van Rappard het omschreef liet hij al gauw voor wat het was en in de zomer van 1881 zou hij met ‘veel meer ambitie en energie’ een meer precies te werk gaan.7

1
A.G.A. van Rappard, Zelfportret, Loosdrecht 15 juni 1880, inkt op papier, 252 x 173 mm, collectie Centraal Museum, Utrecht

2
Siebe Johannes ten Cate
Barque dans un marais, vermoedelijk voor 1881
Private collection
Notes
1 Brief van Anthon van Rappard aan Johan de Meester, 28 juni 1880, Rijksmuseum, Amsterdam, inv.nr. RP-D-2016-12.
2 Ibid en Brief van Anthon van Rappard aan Johan de Meester, 27 juni 1880, Haags Gemeentearchief, Den Haag, inv.nr. 8001-01_986_0025.
3 Brief van Anthon van Rappard aan Johan de Meester, 27 juni 1880, Haags Gemeentearchief, Den Haag, inv.nr. 8001-01_986_0025.
4 Anoniem 1880a en Anoniem 1880b. Mogelijk vergezelde Van Rappard ten Cate nog twee weken van deze studietocht, zie: ibid.
5 Brief van Vincent van Gogh aan Anthon van Rappard, 21 november 1881, Van Gogh Museum, Amsterdam, inv.nr. b8339 V/2006.
6 Brief van Anthon van Rappard aan Johan de Meester, 24 juli 1881, Haags Gemeentearchief, Den Haag, inv.nr. 8001-01_986_0025.
7 Ibid.