1.12 Een gevestigd kunstenaar
Naast de jaarlijkse bezoeken aan Nederland en de vele reizen die Ten Cate in de jaren 1890 maakte naar steden als Aarburg, Hamburg, Londen, Luzern, bezocht hij ook in Frankrijk regelmatig verschillende, meest schilderachtige plaatsen. Zo bracht hij in de zomer van 1895 enkele weken door in de steden Commercy en Liverdun in het noordoosten van Frankrijk. Van dit bezoek is verslag gedaan door het Commissariat spécial de Police dat in die tijd routineonderzoek deed naar de buitenlanders in deze regio.1 De verslagen beschrijven nauwkeurig het doen en laten van de kunstenaar. Het eerste rapport van 28 juni 1895 geeft zelfs een uitgebreid signalement van Ten Cate: '37 jaar, ongeveer 1m70, kastanjebruin haar en wenkbrauwen, blauwgrijze ogen, lichte wipneus, volle blonde snor met omhoog gekrulde uiteinden zoals bij Victor Emmanuel, hoekige schouders, enigszins tandeloze bovenkaak, ovaal gezicht, bleke huid en spreekt meerdere talen waaronder met name Nederlands, Engels, Duits en Frans'.2 Men schreef in hetzelfde rapport ook dat Ten Cate een kunstenaar was die zich bezighield met schilderen en tekenen, en dat één van zijn werken sinds 1893 in de etalage van een Duitse drogist te Commercy hing. Ten Cate bezocht verschillende omliggende dorpen rondom Commercy en nam dan altijd een boekje mee waarin hij schetsen maakte.3 Verder werd ook opgemerkt dat Ten Cate heel zuinig leefde; hij gaf amper meer dan een franc uit per dag.4 Des te opvallender is het dat hij zijn goede vriend Henri Spiehlmann (1873-1916), die zo nu en dan op bezoek kwam, trakteerde op lunch, drankjes en cadeaus. De Parijzenaar Spiehlmann was een wees en straatventer voordat hij zijn aanstelling kreeg als ruiter bij het tiende huzarenregiment en naar alle waarschijnlijkheid gelegerd werd in de buurt van Commercy.5 Uit verschillende rapporten blijkt dat Ten Cate vrijwel altijd direct Spiehlmann informeerde als hij was aangekomen in de stad: 'Son première soin en arrivant était de faire appeler son ami intime, un M. Spiehlmann, cavalier au 10e hussards, avec lequel il a des relations très suivies'.6 Ze aten dan samen wat in een restaurant en bezochten enkele winkels, zoals een kleurenhandelaar te Nancy of een koopman van wie Ten Cate voor minder dan acht francs een wollen gilet kocht voor Spiehlmann.7 Uit hun innige omgang en het feit dat Spiehlmann Ten Cates erfgenaam was kan opgemaakt worden dat Spiehlmann inderdaad een ‘ami intime' was, zeer wel mogelijk zijn liefdesrelatie in een tijd dat homoseksuele omgang, laat staan relaties, nog voor de wet verboden was.
Eind september 1895 reisde Ten Cate door naar Liverdun, waar hij behalve stadsgezichten ook schetsen in de buitenlucht maakte, die hij vervolgens in zijn kamer in de herberg Poirel François verder uitwerkte [1-2].8 Evenals de werken die hij in Commercy maakte, waren deze stadsgezichten van Liverdun bedoeld voor de tentoonstelling die Ten Cate bij Durand-Ruel in december 1895. Ook in Liverdun lette Ten Cate op zijn uitgaven en hield hij zijn hand stevig op de knip. Hij reisde met een derde klas treinticket, betaalde de herberg per dag vijf francs voor zijn kamer inclusief maaltijden en gaf verder – met uitzondering van de afspraakjes met Spiehlmann – nauwelijks wat uit.9
De twee woonden in Parijs in hetzelfde grote pand aan de rue de Malte 65, na een herstructurering van de straat rue du Faubourg du Temple 4 genoemd [3-5]. Hier had Ten Cate op de vierde verdieping een hoog, ruim en licht atelier met grote ramen.10 De wanden had hij versierd met affiches en eigen pasteltekeningen en verder was de ruimte verfraaid met geërfde spulletjes uit Friesland en met curiositeiten die Ten Cate onder andere gedurende zijn reizen had verzameld. Een zeemeeuw die aan de zoldering hing en een miniatuur zeeschip echoden bovendien Ten Cates voorliefde voor zee- en havengezichten. Overigens was hij niet de enige die een atelier had in het gebouw. Andere kunstenaars die er op hetzelfde moment werkten waren onder anderen: Jules Adler (1865-1952), Camille Berlin (1866-1912), Jules Faehnlein (?-?), Eugénie Moujon-Gauvin (1850-1910), Paul Lecuit-Monroy (1858-1926), Luigi Loir (1845-1916), Félix Rasumny (1869-1940), Henri Rivière (1864-1951) en Albert Sorkau (1874-1953).

1
Siebe Johannes ten Cate
Liverdun, 1895 gedateerd
Private collection

2
Siebe Johannes ten Cate
Liverdun, 1895 gedateerd
Private collection

3
Siebe ten Cate met kat en waarschijnlijk de familie Spiehlmann in zijn atelier, foto, archief S.J. ten Cate, collectie RKD

4
Bord dat in Parijs bij het atelier van Siebe ten Cate hing, recto, particuliere collectie

5
Bord dat in Parijs bij het atelier van Siebe ten Cate hing, verso, particuliere collectie
Notes
1 In totaal zijn er negen rapporten bewaard gebleven die zijn opgesteld door het Commissariat spéciale de Police. Dossier individuel de Siebe Johannes ten Cate, France. Ministère de l’Intérieur. Direction générale de la Sûreté national. Fichier central (1934-1940), archiefnr. 19940477/41, dossiernr. 3931.
2 “37 ans ; 1m70 environ ; cheveux, sourcils châtain-fouie ; yeux gris-bleu ; nez légèrement relevé ; forte moustache blonde, relevée à la Victor Emmanuel ; épaules carrées ; un peu édenté à la mâchoire supérieure ; visage ovale ; teint pâle ; - Parle plusieurs langues langues et notamment le Hollandais, l’Anglais, l’Allemand et le Français”. Rapport Commissariat spéciale de Police over Siebe Johannes ten Cate van 28 juni 1895, Dossier individuel de Siebe Johannes ten Cate, France. Ministère de l’Intérieur. Direction générale de la Sûreté national. Fichier central (1934-1940), archiefnr. 19940477/41, dossiernr. 3931.
3 Rapport Commissariat spéciale de Police over Siebe Johannes ten Cate van 24 september 1895, Dossier individuel de Siebe Johannes ten Cate, France. Ministère de l’Intérieur. Direction générale de la Sûreté national. Fichier central (1934-1940), archiefnr. 19940477/41, dossiernr. 3931.
4 Rapport Commissariat spéciale de Police over Siebe Johannes ten Cate van 28 juni 1895, Dossier individuel de Siebe Johannes ten Cate, France. Ministère de l’Intérieur. Direction générale de la Sûreté national. Fichier central (1934-1940), archiefnr. 19940477/41, dossiernr. 3931.
5 In Parijs schreef hij overigens zijn achternaam als ‘Spielmann’. Tables des registres matricules du recrutement militaire, nr. 2186, archiefnr. D4R1 762, Archives de Paris.
6 Rapport Commissariat spéciale de Police over Siebe Johannes ten Cate van 25 oktober 1895, Dossier individuel de Siebe Johannes ten Cate, France. Ministère de l’Intérieur. Direction générale de la Sûreté national. Fichier central (1934-1940), archiefnr. 19940477/41, dossiernr. 3931.
7 Ibid.
8 Rapport Commissariat spéciale de Police over Siebe Johannes ten Cate van 21 oktober 1895, Dossier individuel de Siebe Johannes ten Cate, France. Ministère de l’Intérieur. Direction générale de la Sûreté national. Fichier central (1934-1940), archiefnr. 19940477/41, dossiernr. 3931.
9 Ibid.
10 Bulée 1898b, p. 492.