1.16 De straten en bruggen van Parijs en de Salon d'Automne
Rond 1900 trok Ten Cate steeds vaker naar het centrum van Parijs om werk te maken. Hij liet zich dan onder andere inspireren door de Notre-Dame en de vele bruggen over de Seine. Net als in vroeger werk van de ‘kleurentoovenaar’ is in deze stadsgezichten zijn fascinatie voor de atmosferische invloeden terug te zien. In Le Pont Royal bij zonsondergang (1900), Vue des quais et de Notre-Dame (ca. 1900) en Le Pont-Neuf, vue du quai de la Mégisserie (1902) verbeeldde Ten Cate de luchten die door de zonsondergang gekleurd worden en het resonerende effect daarvan op het immer stromende water van de Seine [1-2]. Ook de sfeervolle sneeuweffecten waar Ten Cate zo dol op was, keren terug in werken als Le chevet de Notre-Dame, vue du pont de la Tournelle, effet de neige (1902), Vue de Notre-Dame de Paris (1902) en Notre-Dame sous la neige, Paris (1904) [3-5]. Centraal in deze schilderijen is de met sneeuw bedekte Notre-Dame, waarvan de torenspits in een grijsrozige lucht prikt. De kathedraal wordt omringd door het grauwe water van de Seine, waarop vrachtschepen varen of aangemeerd liggen. Op de kades langs de rivier ligt een dik pak sneeuw, maar desondanks gaat de bedrijvigheid langs het water door. Als we de werken van dichterbij bekijken, zien we dat Ten Cate minuscule witte stipjes verf verspreid over het doek heeft aangebracht; het sneeuwt dus nog steeds.
Met deze kleurige zonsondergangen en stemmige sneeuwtaferelen profileerde Ten Cate zich vanaf 1903 op de Salon d’Automne. Deze Salon was in 1903 opgericht als reactie op de behoudende officiële Parijse Salon en had zich tot doel gesteld om jaarlijks een tentoonstelling te organiseren die de laatste ontwikkelingen in de kunst liet zien en haar kunstenaarsleden zoveel als mogelijk bij te staan.1 De tentoonstellingen vonden jaarlijks in de herfst plaats in het Petit Palais des Champs-Elysées, dat net als het Grand Palais ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1900 was gebouwd.
De gevierde Franse kunstcriticus Arsène Alexandre (1859-1937) schreef naar aanleiding van de eerste Salon d’Automne in Le Figaro dat deze tentoonstelling, naast onder andere de Salon des Indépendants, de zoveelste Salon was die zich af wilde zetten tegen de gevestigde orde. Hij vroeg zich dan ook af of weer een Salon noodzakelijk was. Desalniettemin was hij wel enthousiast over de eerste editie en spoorde hij zijn lezers aan om de tentoonstelling minimaal éénmaal, maar liever meerdere keren te bezoeken.2 Vanaf de eerste tentoonstelling was Ten Cate ‘sociétaire’ (lid) van de Salon d’Automne. Het is goed mogelijk dat hij door een van de oprichters Jules Adler of Maxime Maufra, met wie hij eerder had geëxposeerd, was gevraagd om lid te worden. Vooral tijdens de editie van 1904 was Ten Cate met meerdere werken vertegenwoordigd. De zes schilderijen, vijf pasteltekeningen en één gouache die er te zien waren, verbeeldden met name ‘effet de neige’-s en ‘coucher de soleil’-s en werden goed ontvangen.3 Van 1906 tot en met 1908 was Ten Cate weliswaar nog lid van de Salon maar hij stelde er geen werk meer tentoon.

1
Siebe Johannes ten Cate
Le Pont Royal bij zonsondergang, 1900 gedateerd
Private collection

2
Siebe Johannes ten Cate
Le Pont Neuf, vu du quai de la Mégisserie, 1902 gedateerd
Parijs, Musée Carnavalet, inv./cat.nr. P323

3
Siebe Johannes ten Cate
Le chevet de Notre-Dame, vu du Pont de la Tournelle, effet de neige, 1902 gedateerd
Parijs, Musée Carnavalet, inv./cat.nr. P322

4
Siebe Johannes ten Cate
Gezicht op de Notre-Dame te Parijs, 1902 gedateerd
Ede (plaats, Gelderland), kunsthandel Simonis & Buunk

5
Siebe Johannes ten Cate
Gezicht op Parijs, bedekt met sneeuw, 1904 gedateerd
Genève, Petit Palais (Genève)