1.3 Antwerpen
In het najaar van 1877 verhuisde Ten Cate naar Antwerpen. Hij vestigde zich aan de Huidvetterstraat 6, midden in het centrum van de stad.1 Net als veel van zijn Nederlandse studiegenoten ging hij er gratis kunstonderwijs volgen aan de Koninklijke Academie voor de Schone Kunsten, die een internationale reputatie had opgebouwd op het gebied van historieschilderkunst.2 Vooruitstrevend kon het met classicisme doordrongen onderwijs aan de Antwerpse academie niet worden genoemd. Ten Cate schreef zich in voor de wintercursus ‘Antiek’, waarbij hij tijdens de lessen die gegeven werden door Polydore Beaufaux (1829-1905) moest tekenen naar gipsen afgietsels, net zoals tijdens zijn opleidingen aan de Nederlandse academies. Dat Ten Cate zich al ruimschoots had bekwaamd in de tekenkunst blijkt uit de toekenning van de derde prijs voor het onderdeel ‘dessin d’après l’antique – figure académique’ tijdens het Grand Concours van 1878.3 Daarnaast kon Ten Cate in Antwerpen zijn eerste internationale contacten opdoen, aangezien zijn medeleerlingen afkomstig waren uit allerlei windstreken als België, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
In de zomer van 1878 was Ten Cate inmiddels een paar deuren verderop gaan wonen, aan de Huidvetterstraat 20, en had hij zich ingeschreven voor de zomercursus ‘Natuur’ eveneens bij Beaufaux. Hoewel Ten Cates Nederlandse kennissen Fock, Hanrath, Kever en Westerwoudt zich hadden ingeschreven voor wintercursus ‘Natuur’ die hieraan was voorafgegaan, volgde van hen alleen Antoon Fock deze zomercursus met Ten Cate. Ook de Nederlander Willem Oppenoorth (1847-1905), die ruim tien jaar ouder was dan Ten Cate, had zich voor beide cursussen ingeschreven. Tijdens de lessen leerden de studenten tekenen naar levend model. Het portret van een meisje met een bloemenhoedje en halflang rood haar dat ietwat verlegen wegkijkt, is een voorbeeld van het werk dat Ten Cate gedurende deze cursus vervaardigde [1].
In de herfst van dat jaar schreven Ten Cate en Fock zich wederom in voor de wintercursus ‘Natuur’. Ditmaal werden ze vergezeld door een aantal voormalige klasgenoten van de Rijksakademie, te weten Carel Lodewijk Dake (1857-1918), Hendrik Johannes Haverman (1857-1928) en Ferdinand Oldewelt (1857-1935). Zij hadden, samen met Jan Voerman (1857-1941), abrupt de Amsterdamse academie verruild voor die van Antwerpen, omdat ze teleurgesteld waren in het conservatieve directoraat van Bastiaan de Poorter (1813-1880).4 Ten Cate woonde inmiddels aan de Lange Koepoortstraat nummer 35 – veel dichter bij de Academie – waar volgens het inschrijvingsregister op dat moment ook Nicolaas Bastert (1854-1939) en de Engelse kunstenaar Frank Bramley (1857-1915) woonden.5 Eerder dat jaar hadden ook Hanrath en Kever op dit adres ingeschreven gestaan.6

1
Siebe Johannes ten Cate
Meisje met bloemenhoedje, 1878 gedateerd
Amsterdam, kunsthandel Schlichte Bergen Gallery
Notes
1 Inschrijvingsregister leerlingen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen van 1 januari 1875 tot 31 december 1880, Felix archief, Antwerpen, archiefnr. BE SA 812871, inv.nr. 4120#46.
2 De Bodt 1995, p. 18.
3 Het Grand Concours, ofwel de Grote Wedstrijd kent een lange geschiedenis en werd tot 1921 jaarlijks door de Antwerpse Academie georganiseerd. Academie Royale des Beaux-Arts à Anvers 1878, p. 41. Voor meer over de Grote Wedstrijd en de Grote Prijs zie Dierckx pp. 173-184.
4 Dake 1915. Hoewel zij zich aanvankelijk hadden ingeschreven voor de cursus ‘Antieken’, besloten ze vrij snel deze om te wisselen voor onderwijs naar levend model, zie Inschrijvingsregister leerlingen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen van 1 januari 1875 tot 31 december 1880, Felix archief, Antwerpen, archiefnr. BE SA 812871, inv.nr. 4120#46.
5 Bastert stond ingeschreven voor de cursus ‘Antieken’ net als Bramley, al besloot de laatste om niet lang na het begin van de cursus zich toch in te schrijven voor de cursus ‘Natuur’. Overigens woonde op nummer 43 van de Koepoortstraat de Engelse kunstenaar William Logsdail (1859-1944) die eveneens ingeschreven stond voor de cursus ‘Natuur’.
6 Inschrijvingsregister leerlingen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen van 1 januari 1875 tot 31 december 1880, Felix archief, Antwerpen, archiefnr. BE SA 812871, inv.nr. 4120#46.