Ten Cate

RKD STUDIES

3.4 Vriendschap door kunst


Hoewel de beau monde waarschijnlijk niet wekelijks over de vloer kwam zoals op de avenue de Villiers, lijkt het erop dat de relaties tussen de verschillende bewoners van de rue de Malte hartelijk was. Vooral de Franse kunstenaar Jules Adler (1865-1952) speelde een grote rol in het Parijse kunstleven en nam zijn huisgenoten, onder wie ook Ten Cate, vaak op sleeptouw [1-3]. Zo was hij een van de oprichters van de Salon d’Automne waar bijna alle rue de Malte bewoners vanaf de oprichting regelmatig exposeerden.1 De tentoonstelling stond bekend om zijn innovatieve inzenders. Zo stelden de Rotterdamse kunstenaar Kees van Dongen (1877-1968) en de Spaanse kunstenaar Pablo Picasso (1881-1973) er in 1905 voor het eerst hun fauvistisch werk tentoon. Ten Cate exposeerde aanvankelijk nog geregeld bij kunsthandelaren maar hij was een trouw lid en zond vanaf de oprichting bijna alleen nog maar werk naar deze Salon.
In 1908 overleed Ten Cate plotseling. In de inleiding die bij de nalatenschapsveiling verscheen, schreef Baussan dat Ten Cate slechts weinig vrienden had, maar dat de vriendschappen die hij had heel hecht waren. Een deel van de kunstwerken die in de veiling werden aangeboden suggereren Ten Cates interesse in het werk van kunstenaars die – net als hij – stad en land verbeeldde zoals Richard Parkes Bonnington (1802-1828), Eugène Boudin (1824-1898) en Johan Barthold Jongkind (1819-1891). Maar het merendeel van de veiling bestond uit werk van kunstenaars met wie hij in huis woonde of die regelmatig over de vloer kwamen, zoals Jules Adler, George Wharton Edwards (1859-1950), Jeanne Bouchet-Dedieu (?-?), Kees van Dongen, Albert Sorkau (1897-1943) en Tancrède Synave (1870-1936). De werken zijn tekeningen en veelal kleine, informele schetsen die waarschijnlijk zijn geschonken of geruild en daarmee stille getuigen zijn van een band tussen schenker en ontvanger.
In tegenstelling tot sommige kunstenaars die heel bewust bepaalde keuzes maakten ten aanzien van hun kunst en hoe ze een succesvol kunstenaar konden worden, lijkt het bij Ten Cate willekeurig overkomen te zijn. Volgens Charles Baussan had Ten Cate een afkeer van de monde en het zichzelf in de schijnwerpers plaatsen.2 Toch wist hij regelmatig te exposeren in een omgeving die vandaag de dag als avant-garde wordt beschouwd. Waarschijnlijk had hij het gelukkige toeval op de juiste tijd op de juiste plaats te zijn en ook enkele mensen in zijn omgeving te hebben, zoals Paul Durand Ruel en Jules Adler, die de mogelijkheden hadden om tentoonstellingen te organiseren. Zijn schroom en het gebrek aan bronnen maakt het voor een kunsthistoricus die 130 jaar later zijn voetsporen probeert te traceren niet makkelijk. Door echter de omgeving van de kunstenaar af te struinen kan toch een beeld worden gevormd van hoe Ten Cate een positie voor zichzelf wist te verwerven binnen de Parijse kunstwereld.

#

1
A. Lalauze, portret van Jules Adler, houtgravure in: A. Silvestre, Album Mariani. Portraits, Biographies, autographes, vol. 2, Parijs 1896, z.p


#

2
Visitekaartje van Jules Adler met het adres rue de Faubourg 4, zoals het adres rue de Malte 65 vanaf 1904 officieel heet, collectie Petit Palais, Parijs, inv.nr. inv.nr.LDUT1186(6)


#

3
Visitekaartje van Siebe te Cate met hetzelfde adres als Jules Adler op zijn kaartje, Archief S.J. ten Cate, collectie RKD, inv.nr. 7


Notes

1 Voor meer informatie over Jules Adler zie: Dole 2017-2018, p. 20 e.v.

2 Baussan 1912, p. 4.

3 Bulée 1898b, p. 492.

4 Een tekening in bruine inkt met een Duits dorpsgezicht is 8 maart 1870 gedateerd en een ander riviergezicht met bergen eveneens in bruine inkt is 19 april 1870 gedateerd, Archief Siebe Johannes ten Cate, collectie RKD, Den Haag, archiefnr. NL-HaRKD-0976.

5 Parijs 1891, p. 4. Het oorspronkelijke Franse citaat is: ‘Curieux de voyages, il visita la Norvège, la Suede, l'Angleterre, l'Esagne et l'Algerie. Depuis de huit ans il habité Paris, qu'il connait à fond, et auquel il à consacré un bon part de son talent. […] Il exsist dans l'esprit de Ten Cate, une humeur inquète avide de connaitre et de comparer, qui le pousse sans cesse en quête de horizons.’

6 Parijs 1891, p. 4. Het oorspronkelijke Franse citaat is: ‘Ce qui frappe de prime abord dans l’ensemble des oeuvres de ten Cate, c’est la diversité, l’opposition même des régions qu’il a reproduites. Sans doute, ce fait explique par les nombreuses pérégrinations au Nord et au Midi, que nous signalions tout à l’heure.’

7 Brief A. van Rappard aan J. de Meester, Brussel 16 april 1881, collectie Rijksmuseum, Amsterdam inv.nr. RPD-2016-12.