3.2 Avenue de Villiers
Na enkele jaren gereisd te hebben, betrok Siebe ten Cate in 1884 een atelier en woonruimte aan de avenue de Villiers op nummer 147. Deze met bomen omzoomde laan was onderdeel van een nieuwe wijk die sinds de jaren 1870 was verrezen rondom het Parc Monceau in het zeventiende arrondissement. Direct aan het park woonden welgestelde zakenlieden zoals de broers Abraham-Behor (1829-1889) en Nissim de Camondo (1830-1889), Henri Cernuschi (1821-1896) en Adolphe de Rothschild (1823-1900). Zij hadden daar hun eigen hôtels opgetrokken. Daaromheen woonden beroemde en succesvolle kunstenaars zoals de eerder genoemde Ernest Meissonnier. In 1874 was hij een van de eersten die daar een huis met atelier en tentoonstellingsruimte had laten bouwen. Al snel volgden anderen zoals de actrice en beeldhouwer Sarah Bernhardt (1844-1923), Henri Gervex (1852-1929), Mihály Munkácsy (1844-1900), en Pierre Puvis de Chavannes (1824-1898).1 Tekenend voor het belang van deze wijk binnen de kunstwereld is de opmerking die de schrijvende broers Edmond (1822-1896) en Jules de Goncourt (1830-1870) over hun eigen kunstenaarsroman Manette Salomon maakten. Het boek leest als een kroniek van het Parijse kunstenaarsleven en was populair bij veel Nederlandse schilders, onder wie Van Gogh.2 In 1882 schreven zij dat – als zij jonger waren geweest – zij dit boek opnieuw zouden hebben geschreven maar dan vanuit het perspectief van een outsider kunstenaar die op de avenue de Villiers, te midden van de Parijse ‘grote spelers en de high life’, woonde.3 Jammer genoeg hebben ze dat niet gedaan, want daarmee zou een interessante schets van Ten Cates omgeving gegeven zijn.
Dankzij recente architecturale ontwikkelingen werd het mogelijk om grotere glazen ramen in gebouwen te installeren. Een dergelijke constructie werd ook gebruikt bij de bouw van het ateliercomplex aan de avenue de Villiers 147 [1]. Het gaat om een Haussmann gevel van vier verdiepingen versierd met pilasters. De enorme glazen ramen in stalen kozijnen – zo typerend voor een kunstenaarsatelier – geven het anders zo solide gebouw een atypische lichtheid. De hoogte van de ateliers bedroeg zo’n zes meter, maar de oppervlakte viel tegen namelijk circa 25 tot 55 vierkante meter. Eigenaar van het gebouw was de beeldhouwer Hélène Bertaux (1825-1909) – een groot voorvechtster van het toelaten van vrouwelijke kunstenaars aan de École des Beaux-arts. Naast Ten Cate, huurden toen al bekende kunstenaars Pascal Dagnan-Bouveret (1852-1929), Gustave Courtois (1852-1923) en Carl Ernst von Stetten (1857-1942) ook ateliers op hetzelfde adres. De Finse kunstenaar Albert Edelfelt (1854-1905) woonde er ook en kon zijn geluk niet op toen hij introk en bemerkte dat Dagnan en Courtois er ook woonden. Hij schreef aan zijn moeder dat ze niet alleen goede vrienden waren, maar ook een goede clientèle hadden.4 Op zondag zetten namelijk alle kunstenaars in het gebouw hun deur open en bezochten potentiële kopers, opdrachtgevers en kunsthandelaren de ateliers. Voor een kunstenaar die de Parijse kunstwereld nog niet zo goed kende was dit een uitstekende plek om mensen die hem een ingang in de Franse kunstwereld zouden kunnen verschaffen te leren kennen. Het is heel goed mogelijk dat Edelfelt en Ten Cate zo verschillende handelaren ontmoetten die hen vervolgens de mogelijkheid gaven om te exposeren. Daarnaast waren de meeste van deze kunstenaars lid van de Société des artistes français en het is niet ondenkbaar dat ze op hun aanraden exposeerde op de daaraan gelieerde Salon.
Opmerkelijk is dat Ten Cate op de Salon vooral kunstwerken exposeerde van locaties die niet in Parijs gelegen waren zoals Antwerpen, Londen en de Normandische badplaats Tréport. Desalniettemin zocht en vond hij ook inspiratie in zijn directe omgeving. Zo maakte hij verschillende tekeningen en een lithografie van het nabij gelegen plaatsje Levallois-Perret en moet de Trocadero hem hebben gefascineerd [2-3]. Hij verbeeldde meerdere keren de distinctieve gebouwen aan de Seine.

1
Foto auteur, Gezicht op het ateliercomplex aan de avenue de Villiers 147, Parijs

2
Siebe Johannes ten Cate
Besneeuwde straat, 1894 gedateerd
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-P-1903-A-23572

3
Siebe Johannes ten Cate
La Seine au Trocadéro, coucher du soleil
Private collection
Notes
1 Gutman 2001.
2 Vincent van Gogh, Letter 800. To Theo van Gogh. Saint-Rémy-de-Provence, Thursday, 5 and Friday, 6 September 1889, https://vangoghletters.org/vg/letters/let800/letter.html (geraadpleegd op 21 november 2024).
3 De Goncourt 1892, p. 197.
4 Brief van Albert Edelfelt aan zijn moeder, 29 juni 1880, geciteerd in Gutman 2001, p. 68.