Ten Cate

RKD STUDIES

5.1 Verantwoording catalogue raisonné Siebe ten Cate

Jeroen Kapelle


De catalogus begint bij zijn leertijd. Siebe ten Cate tekent in het leerjaar 1874-1875 naar pleister aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Na dat jaar wordt hij toegelaten op de Rijksakademie in Amsterdam. Uit deze periode is helaas nog geen werk teruggevonden. In het najaar van 1877 verhuist Ten Cate naar Antwerpen om zijn opleiding te vervolgen aan de academie daar. In Antwerpen leert hij figuren te schilderen en werkt hij naar de natuur. Zijn eerste teruggevonden en gedateerde werk uit zijn professionele carrière maakt hij hier: een gouache uit 1878, ‘Meisje met bloemenhoedje’. Een jaar daarna verhuist Ten Cate naar het meer mondaine Brussel. Hier maakt hij ook stadsgezichten en vandaaruit onderneemt hij studiereizen naar Nederland om er het landschap te schilderen.De werken uit deze beginperiode zijn wezenlijk anders dan de kunst die hij daarna maakt. Daarom is ervoor gekozen om de leertijd apart van het andere werk te groeperen. Het vroege werk kenmerkt zich door een sterk documentair karakter. Gedetailleerd probeert hij de werkelijkheid weer te geven. Zijn portretten zijn geconcentreerde observaties en zijn landschappen sluiten aan bij de in Nederland gangbare stijl van de Haagse School.

Na ongeveer een jaar gereisd te hebben in Noorwegen en Zweden (1881-1882) vestigt Siebe ten Cate zich eind 1883 in Parijs. Hij maakt vele studiereizen [1]. Soms is hij ergens eenmalig zoals in Algiers (1884), Toledo en Sevilla (1886), Hamburg (1893) en Zwitserland (1898). Naar andere plekken – zoals Londen en diverse plaatsen in Nederland en België – keert hij regelmatig terug. Daarnaast maakt hij studiereizen door Frankrijk. Hij trekt naar de dorpen in de omgeving van Parijs, maar gaat ook naar Noord-Frankrijk en Normandië. Opvallend is zijn voorkeur voor havensteden en rivieren. Hij is veel te vinden in Le Tréport, Dieppe, Le Havre en buiten Frankrijk in Londen, Antwerpen, Dordrecht en Rotterdam.

Om de catalogue raisonné zo overzichtelijk mogelijk in te delen, is ervoor gekozen om de werken die hij tijdens zijn leerperiode in Nederland en België maakte als apart cluster te tonen en vervolgens per land de kunstwerken chronologisch te tonen. De in Frankrijk en Nederland gemaakte werken staan steeds gegroepeerd in periodes van ongeveer tien jaar. Siebe ten Cate dateerde zijn werken meestal. De ongedateerde kunstwerken zijn steeds op stilistische gronden per periode bij de gedateerde werken gerangschikt. In Parijs ontwikkelde Ten Cate zich in de eerste plaats tot een pastellist. Zijn pastellen zijn vaak gemaakt op kleine geprepareerde doekjes, vaak gekocht bij het ‘Maison specialité pour les pastel’ van Edmond Golzard aan de Rue Vivienne in Parijs [2].

In de tweede helft van de jaren tachtig volgt Ten Cate met zijn olieverven steeds meer de vormgeving van zijn pastels. Penseelstreken lijken soms op vlug gezette strepen in pastelkrijt en ook het kleurgebruik is net als de pastels licht en helder van kleur [3]. De pasteltekeningen vormen dus een belangrijk onderdeel van zijn oeuvre en zijn zo onlosmakelijk verbonden met de rest van zijn kunst dat deze niet apart maar integraal zijn opgenomen in de catalogus. Opvallend is ook dat Ten Cate in verschillende technieken en formaten bijna identieke werken maakte. Deze werken zijn niet noodzakelijkerwijs in hetzelfde jaar vervaardigd. Na negentienhonderd zou hij, op basis van eerder gemaakte werken, losse en vlug opgezette pasteltekeningen maken. Deze zijn niet zozeer letterlijke kopieën, maar lijken meer op gedachteflarden. Hij dateerde deze pastellen veelal en voorzag ze van een plaatsnaam, maar dat hoeft dus niet te betekenen dat hij zich op dat moment daadwerkelijk op die locatie bevond.

De catalogusnummers van de kunstwerken zijn als volgt samengesteld. Het nummer begint altijd met het hoofdstuk- en paragraafnummer. Daarna volgt het jaartal waarin het werk vervaardigd is of is te dateren, met daarachter het volgnummer van het werk. Bij ongedateerde kunstwerken wordt, naast het hoofdstuk- en paragraafnummer, de periode genoemd waarin het werk vermoedelijk is vervaardigd, met daarachter het volgnummer van het object.

1
Siebe Johannes ten Cate
Pont à Moret-sur-Loing, 1903 gedateerd
Private collection


#

2
Etiket van 'Maison specialité pour les pastel' van Edmond Golzard


3
Siebe Johannes ten Cate
Boten op de rivier, 1908 gedateerd
Private collection